Cornelis Dijkshoorn werd geboren op 29 mei 1891 in 's-Hertogenbosch. Hij was de derde van negen kinderen die Johannes Dijkshoorn (Rotterdam 19 juni 1856 - 's-Hertogenbosch 22 mei 1890) en Anna Maria den Teuling ('s-Hertogenbosch 17 april 1872) op de wereld zetten. Het gezin Dijkshoorn woonde in de Minderbroederstraat in 's-Hertogenbosch, bij hun eigen kruidenierszaak. Toen Cornelis begin jaren dertig in het huwelijk trad met Carolina Gijsbertha Zagwijn (Utrecht 1 november 1893 - Nuland 15 augustus 1975) verhuisde hij met zijn eega naar de Postelstraat. Daar begon hij een kleine bakkerij.Van VeghelOp 5 januari 1937 verkaste het kinderloze echtpaar Dijkshoorn naar Nuland. Aan de Hoogstraat - op de plek waar nu bakkerij Van Veghel is gevestigd - ging hij verder met zijn bakkersactiviteiten. Echt veel stelde die bakkerij niet voor. Dijkshoorn bakte niet meer dan strikt noodzakelijk; voor zijn klanten in 's-Hertogenbosch waar hij langs de deur ging en voor de Nulandse klanten die in naar zijn winkeltje kwamen.Wat het echtpaar Dijkshoorn in het dagelijks leven bezighield, is eigenlijk niet bekend. Het tweetal was aardig, maar leefde een teruggetrokken bestaan. Zelfs met de mensen uit de buurt onderhielden ze niet meer contact dan strikt nodig. Eén van de redenen hiervoor is waarschijnlijk dat Cornelis' vrouw Carolina doof was. Cornelis was een kleine, magere man, die daardoor nauwelijks opviel. De meeste mensen herinneren zich hem als een man die voorover gebogen op zijn bakfiets van of naar de Brabants hoofdstad reed. Sjef van Helvoirt - destijds buurjongen van Dijkshoorn - weet nog dat Cornelis op de terugweg naar Nuland altijd stopte bij café Jachtlust om daar gedroogd sprokkelhout voor zijn oventje mee te nemen. | 26 |
FrontlinieNet als de meeste Nulanders merkte het echtpaar Dijkshoorn weinig van de oorlog. Het geweld was ver weg en op enkele incidenten na gebeurde er in Nuland nauwelijks iets. Tot september 1944, toen de geallieerde legers vanuit het oosten richting 's-Hertogenbosch trokken. Vanaf het einde van die maand kwam Nuland midden in de frontlinie te liggen. In en om het dorp waren honderden Duitse militairen gelegerd die de voorste verdedigingslinie van 's-Hertogenbosch vormden en door de Engelsen vanuit Geffen en Heesch steeds vaker met artillerie werden bestookt.Het leven voor de Nulanders werd hierdoor onmogelijk. Veel mensen trokken op eigen houtje weg, anderen bleven omdat ze huis en haard simpelweg niet in de steek wilden laten. Ook voor hen werd evacuatie onvermijdelijk toen de Duitsers in oktober iedereen sommeerden het dorp te verlaten. In twee groepen (10 en 11 oktober) verlieten de Nulanders hun dorp.1 Of Cornelis Dijkshoorn en zijn vrouw ook bij deze groep hoorden, is niet duidelijk. Wel is zeker dat zij samen met de meeste bewoners uit de buurt hun toevlucht hadden gezocht bij een boer in Vinkel. Omdat het hen daar eveneens te heet onder de voeten werd, vluchtte het echtpaar na enkele dagen met de rest mee naar Nistelrode. | 27 |
Nieuwsgierig naar de situatie in Nuland, liepen Dijkshoorn en de andere mannen uit het gevluchte gezelschap regelmatig naar het dorp. Als ze de kans kregen namen ze een kijkje bij hun eigen woning; was het te gevaarlijk dan gingen ze niet verder dan de rijksweg.TankZo ook op 12 oktober 1944. Wat er die donderdag precies is gebeurd, is niet bekend. Maar aan de hand van verklaringen van tijdgenoten denken we toch een redelijk betrouwbare reconstructie te kunnen maken. Cornelis Dijkshoorn liep die dag met waarschijnlijk twee dorpsgenoten - volgens sommigen Chris Witlox, anderen menen Martien Witlox - naar Nuland. Al van ver af zagen ze ter hoogte van café Witlox aan de rijksweg een kapotgeschoten tank staan. Deze tank hoorde bij het First Rifle Brigade Patrol en stond onder commando van luitenant Michael Warrington. In de speciale editie van Spoorzoeker over de bevrijding van Nuland (nr. 5, jrg. 2) wordt uitgebreid ingegaan op de gebeurtenissen die op 6 oktober 1944 voor het café van Witlox plaatsvonden. Ook op bladzijde 11 van deze Spoorzoeker wordt hierop kort ingegaan.Nieuwsgierig geworden, besloten de drie een kijkje bij het voertuig te nemen. Maar voordat ze de rijksweg bereikten, klonk er een schot. Cornelis Dijkshoorn zakte in elkaar en overleed ter plekke. De twee andere Nulanders wisten via sloten te ontkomen en keerden ijlings terug naar hun schuilplaats in Vinkel. Groengrijze jasWaarom Dijkshoorn werd neergeschoten, is niet helemaal duidelijk. Volgens sommigen zou hij een groengrijze jas aan hebben gehad, waardoor een Duitse sluipschutter hem aanzag voor een Engelse soldaat. Waar de dodelijke kogel vandaan kwam is ook niet bekend. Sommigen menen dat de schutter op het veld lag, waar nu Hotel Nuland gevestigd is. Anderen denken dat de kogel van het huidige terrein van Garage Slaats afkomstig was. Het gaat hierbij echter in geen van de gevallen om verslagen van ooggetuigen.Door de heikele situatie rondom de tank, heeft het lichaam van Dijkshoorn waarschijnlijk enkele dagen op de weg gelegen. Volgens een ooggetuigen- | 28 |
verslag in ieder geval tot en met de veertiende oktober. Peter Roach, tankcommandant in het verkenningssquadron van het 1e Battalion Royal Tank Regiment (dit regiment was verantwoordelijk voor het patrouilleren langs de Rijksweg tussen Geffen en Nuland, onder meer in de periode van 12 tot en met 16 oktober), schrijft daarover in zijn memoires het volgende:
"Op de derde dag ging ik, 's middags, te voet verder naar voren. Ik kwam bij het kruispunt waar drie van onze tanks lagen, uitgeschakeld door bazooka's. Dit was gebeurd juist voordat ik terugkeerde bij mijn eenheid. Bij dit kruispunt lag voor ons de eigenlijke scheiding tussen ons en de vijand. Aan een kant stonden huizen, waar ik binnen ging om een blik op de Duitse stellingen te kunnen werpen. Voorzichtig ging ik naar binnen. Ik probeerde om geen enkel geluid te maken, zodat ik niet de aandacht van een mof zou trekken. Dit mislukte echter door de dieren, achtergelaten toen de huizen waren geëvacueerd. Daar ging ik, behoedzaam voortkruipend, gevolgd door een paar katten, die afwisselend miauwden en spinden, enkele honden, die elk moment konden blaffen, en zelfs een knorrend varken. Na enkele ogenblikken zag ik de humor ervan in, gaf mijn 'stille' poging op en aaide de dieren. Het was moeilijk je iets voor te stellen dat absurder was dan deze man, voorzichtig sluipend, strak vooruitstarend, op zijn hoede voor een plotselinge aanval, gevolgd door deze vreemde verzameling eenzame dieren. Ze negeerden mijn gebaren om stil te zijn, streken plotseling en onverwacht langs mijn benen en gedroegen zich alsof er geen enkel gevaar was. Ik ging terug en inspecteerde de uitgeschakelde tanks. Ernaast lag een dode burger op de weg. Ik klom daarna op een fiets en reed, nogal branieachtig, terug." 2
LichaamWanneer het lichaam van Dijkshoorn is weggehaald en begraven, is niet bekend. Toen Nuland bevrijd was, keerde iedereen terug naar zijn of haar woning. De weduwe van Cornelis Dijkshoorn kwam thuis in een woning die tot overmaat van ramp was getroffen door een granaat. De woning werd hersteld, maar Carolina keerde er niet terug. Kort achtereen nam ze haar intrek in enkele woning elders in Nuland. Uiteindelijk verhuisde ze een nieuwbouwhuis naar de Akkerstraat. Carolina overleed op 15 augustus 1975 op Mariaoord in Rosmalen. | 29 |
Noten | |
1. | Perry de Wit, 'Nuland, mobilisatie-oorlog-bevrijding 1939-1945' in: Spoorzoeker 3/4 (1994) 54. |
2. | Peter Roach, The 8.15 to War; The mernoirs of a Desert Rat: El Alemein, Wadi Halfa, Tunis, Salerno, Garligliano and Holland (London 1984) 193-169. |
Gert-Jan van Zoggel, 'Wel gestorven, niet vergeten' in: Spoorzoeker 3 (2002) 26-29